Steeds meer organisaties willen hun IT-infrastructuur verduurzamen. Kan de cloud daaraan bijdragen? Gerenommeerd IT-journalist Jan Libbenga (o.a. Emerce) stelde namens Dustin een serie kritische vragen over de mogelijkheden van de sustainable cloud.
IT is zeker niet de grootste bron van CO2-uitstoot. Of zoals Martijn Stegink, Global IT Director bij Greenpeace, het onlangs verwoorde in een interview: ‘Je kunt met hetzelfde gemak zeggen dat 95% van het energieverbruik van bedrijven niet in IT zit.’ Maar liefst 88 procent van de ingekochte energie van de deelnemers aan de Dutch Data Center Association is bovendien ook groen. De Europese sector sloot zelfs als een van de eerste een Pact met de EU European Green Deal.
Toch zorgt bedrijfs-IT wereldwijd voor steeds meer CO2-uitstoot, zo bleek vorig jaar uit een studie van adviesbureau Capgemini. Zeker 1100 megaton aan CO2-uitstoot in 2020 was toe te schrijven aan bedrijfs-IT. Omgerekend is dat de jaarlijkse uitstoot van zo’n 245 miljoen personenauto’s. In 2025 zorgt bedrijfs-IT volgens Capgemini wereldwijd voor ruim 2100 megaton aan CO2-uitstoot, oftewel de jaarlijkse uitstoot van maar liefst 463 miljoen personenauto’s.
De duurzaamheid van software houdt doorgaans gelijke tred met de prestaties van de hardware. Des te efficiënter de software, des te sneller de hardware weer beschikbaar is voor andere taken, waardoor minder energie wordt verbruikt. Er bestaan reeds ISO-standaarden voor duurzame applicatie-ontwikkeling. Evenals tools die aangeven hoe de applicatie groener is te maken en wat de impact daarvan is.
Het bewustzijn om de IT duurzamer te maken is er helaas nog niet echt, blijkt uit het Cap Gemini onderzoek. Slechts 22 procent van de respondenten van bedrijven met een omzet van meer dan 1 miljard dollar was van plan om de komende drie jaar meer dan 25 procent van hun CO2-voetafdruk te verminderen met duurzamere bedrijfs-IT. ‘Naast een duurzame softwarearchitectuur, zijn steun en gedragsveranderingen van alle betrokkenen binnen een organisatie cruciaal om van de IT-transformatie een succes te maken,’ zo concludeert Capgemini nadrukkelijk.
Hoewel on premise IT zeker niet is verdwenen, is het zelf onderhouden van een compleet serverpark eigenlijk niet meer van deze tijd. 80 procent van de Nederlandse bedrijven met meer dan 250 werknemers maakt tegenwoordig dan ook gebruik van cloud opslagdiensten, aldus het CBS. Door inefficiënte serverruimtes te verplaatsen naar datacenters, is het energieverbruik een stuk efficiënter geworden.
Grofweg 20 procent van Nederlandse organisaties werkt met een hybrid- of multicloudmodel, zo blijkt uit de jaarlijkse Enterprise Cloud Index (ECI) survey van cloudspecialist Nutanix. Hybride wil zeggen dat een deel van de IT nog in eigen huis wordt verzorgd. Bijna een op de vijf ondervraagden gebruikt zelfs meerdere clouds. Nog niet zo heel lang geleden lag het aandeel nog op 3 procent. 87 procent beschouwt cloud modellen zelfs als ideaal.
Het merendeel van organisaties wil dan ook binnen drie jaar beginnen met de overstap naar een multicloudmodel vanwege flexibiliteit, schaalbaarheid en het afbreken van datasilo’s. Alleen het Nederlandse MKB aarzelt nog, zo blijkt uit recent onderzoek van Amazon Web Services, een van de grotere cloudleveranciers. De bedrijven willen wel, maar vrezen de investeringen in training (tijd, middelen, werving).
De cloud biedt daarvoor verschillende opties, waaronder de mogelijkheid het aantal fysieke servers te beperken. De cloud provider plaatst alle processen die op de lokale server lopen daartoe direct over op diens eigen servers. Het vermogen van deze ‘virtuele’ servers gebruik je alleen als je die nodig hebt. Zo niet, dan schaal je het vermogen direct terug, en kan de cloud provider dit vermogen gebruiken voor een andere klant. De cloud provider maakt zo dus veel efficiënter gebruik van fysieke servers, en de klant beperkt zijn overcapaciteit, terwijl hij bij toegenomen behoefte direct weer kan opschalen.
Weinig of ongebruikte servers verbruiken verhoudingsgewijs overigens weinig stroom, en kennen tegenwoordig in veel gevallen een speciale ‘ecomodus’. Het gebruik van deze slaapstand leverde bij KPN bij het gebruik van de cloud al eens een energiereductie op van 7 procent. Verder bevinden de datacenters van grote cloud providsers zich meestal dichter bij de faciliteiten die ze van stroom voorzien. Zo beperken ze ook het energieverlies tijdens transport. Cloud computing-datacenters gebruiken daarbij ook minder wattage om back-upvermogen te leveren.
Het huidige stroomverbruik van datacenters in Nederland komt neer op 3,2 miljard kilowattuur (TWh). Dat is 2,8 procent van het totale Nederlandse stroomverbruik á 111,2 miljard kilowattuur. In verhouding tot het totale Nederlandse energieverbruik (2,943 Petajoule) verbruikt de datacentersector hier 0,39 procent (11,52 Petajoule).
“Wij werken continu an verdere verduurzaming van datacenters en optimalisatie van operationele systemen”, zegt Stijn Grove van de Dutch Data Center Association desgevraagd. “De laatste 15 jaar ziet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat we elk jaar 2 procent besparing realiseren. En natuurlijk is het verlagen van kosten altijd een prioriteit van een datacenter, zeker gezien de oplopende energieprijzen.”
Grove vertelt over voortdurende efficiëntieverbeteringen voor servers, opslagapparaten, netwerkswitches en datacenterinfrastructuur, evenals een verschuiving naar een veel groter aandeel van cloud- en hyperscale datacenters. “Naast efficiënter energieverbruik hoeven klanten niet zelf te investeren in nieuwe hardware, waardoor ook sneller aangehaakt kan worden bij nieuwe technische ontwikkelingen.”
Hyperscalers gebruiken vaak evenveel stroom als honderdduizenden woningen, en er komen er steeds meer bij. Wereldwijd zijn er al 700 hyperscale datacentra, waarvan zo’n 20 procent in Nederland staat. Onder meer in Noord-Hollandse Middenmeer (Microsoft en Google) en de in Eemshaven in Groningen (Google).
De overheid werkt nu aan landelijk beleid om wildgroei tegen te gaan. Tot die tijd nemen gemeentes en provincies bouwaanvragen voor datacenters van meer dan 10 hectare omvang of 70 megawatt energiebehoefte niet in behandeling. De provincie Noord Holland nam onlangs al het voortrouw en wil een minimale impact datacenters op omgeving. Datacenters moeten bovendien hun eigen duurzame energie opwekken, de eigen restwarmte (in de omgeving) benutten, de gebouwen circulair ontwikkelen en landschappelijk goed zijn ingepast.
De Stichting Dutch Data Center Association (DDA) vindt dat bij de kritiek op hyperscalers de nuance vaak ontbreekt. “Het energieverbruik van grote datacenters is 0.39 procent van de totale Nederlandse energiebehoefte”, motiveert directeur Grove. “Vergelijk dat eens met de 1,2 procent van de horeca 1,2%, of de 6 procent van de landbouw. Daarnaast gebruiken alle huishoudens in Nederland ongeveer 20 procent van de energie. Zo bezien valt het dus wel mee.”
Datacentra sluiten doorgaans langdurige afnamecontracten (‘PPA’) af om in hun energievoorziening te voorzien. Daarmee spelen ze vaak een belangrijke rol om de financiering van nieuwe wind- en zonneparken zonder subsidie rond te krijgen. Er is nog wel een uitdaging om ruimte te scheppen op het stroomnet, dat door de energietransitie steeds meer onder druk staat. In samenwerking met (grote) datacenters kan die stroominfrastructuur sneller, goedkoper en beter gemaakt worden, zegt de branche.
De voor koeling benodigde elektriciteit kan in de toekomst volledig worden gegenereerd uit restwarmte van het datacenter zelf. Vooralsnog leveren datacenters die restwarmte bijna standaard af aan hun omgeving. Amsterdam Science Park verwarmt daar bijvoorbeeld 1300 appartementen mee. De Eindhovense High Tech Campus onder meer 40 kantoorgebouwen en een zwembad.
Het is in elk geval verstandig om te kijken naar de (mede) aan duurzaamheid gerelateerde certificaten die datacenters hanteren, zoals ISO 14001, ISO 50001 en BREEAM. Bij het selecteren van een cloud provider kun je bijvoorbeeld kijken of de provider in kwestie in een datacenter is gevestigd waar deze certificaten aanwezig zijn. Deze informatie kun je onder meer achterhalen via brancheorganisatie Dutch Cloud Community. Maar uiteraard kunnen de cloud experts van Dustin je daar ook bij helpen. De grote publieke cloudproviders beheren doorgaans hun eigen datacenters. Zij rapporteren ook zelfstandig over hun groene stroominkoop en behalen hun eigen certificaten. Ook hierover praten onze experts je graag bij.